Een plan voor de reactivering van de oude Maasarm (een nieuwe rivier, natuurbeheer en woningbouw)

Reactivering van de oude Maasarm
Zoals bekend zijn er in het kader van de Maaswerken plannen voor weerdverlaging en zand- en grindwinning bij Ooijen. De daarmee ontstane zandgaten zullen dienen als overloopgebieden voor de Maas. Maar het water dat bij hoog water vanuit de Maas naar de (dan al met water gevulde) zandgaten stroomt, gaat natuurlijk verder, en daarom is ook de mogelijkheid tot het reactiveren van de oude Maasarm tussen Ooijen en Wanssum in de planvorming opgenomen. Als de plannen werkelijkheid worden zal een nieuwe rivier ontstaan waar de zandgaten, en ook de visvijver (Gubbelsvijver), deel van uitmaken.
Uit de opbrengst van de zandwinning zal een rondweg om Wanssum gefinancierd moeten worden.
Nog niet bekend was hoe verder invulling zal worden gegeven aan de reactivering van de oude Maasarm. Daarvoor is recent door enkele ingenieursbureaus een plan gepresenteerd, waarover in "de Volkskrant" van 12 februari 2007 is te lezen.
De Volkskrant heeft toen een themakatern uitgebracht: “De stand van het land: het water komt”. Dat katern is gewijd aan te verwachten klimaatsveranderingen en met name aan de gevolgen die dat voor de waterstand zal hebben.
Er wordt in beschreven hoe, door weer ruimte te geven aan de rivier, mogelijke wateroverlast kan worden opgelost, in combinatie met natuurontwikkeling en woningbouw.

Een plan voor de oude Maasarm
Een van de artikelen in “de Volkskrant” is geheel gewijd aan Noord-Limburg.
Door de bureaus Stroming, en InnovatieNetwerk zijn daarvoor in samenwerking met de architectenbureaus Mecanoo en Heren 5 plannen ontwikkeld. Ook is door hen aan deskundigen een financiële onderbouwing gevraagd. Deze samenwerking resulteerde in het boek “Bouwen aan nieuwe rivieren”. In dat boek worden vier voorbeelden van nieuwe rivieren uitgewerkt, waaronder een beschrijving van hoe een nieuwe rivier kan ontstaan tussen Ooijen en Wanssum.
Door genoemde ingenieursbureaus wordt gesteld dat, om de aanleg van de nieuwe rivier tussen Ooijen en Wanssum en van de infrastructurele werken betaalbaar te houden, een nieuwe rivier moet worden gecombineerd met nieuwe vormen van wonen. Er wordt gesproken over zogenaamde visstijgergehuchten, drijvende recreatiewoningen, en kasteelachtige hofboerderijen. Tussen Ooijen en Wanssum kunnen zogenaamde visstijgergehuchten komen met drijvende recreatiewoningen, en varianten van kasteelachtige hofboerderijen. De bureaus stellen ook dat men kan wonen op een terp of op een verhoogde rand van het dal.
In totaal voorzien de plannen in 200 woningen in Broekhuizenvorst en Meerlo, 50 woningen in de visstijgergehuchten, 3x20=60 hofboerderijwoningen, 250 woningen op een terrasdorp, en 216 tijdelijke en verplaatsbare woningen in een recreatietuin, een te creëren eiland bij Ooijen.

Een stromende rivier
De ingenieursbureaus willen ruimte geven aan het water. Men heeft geen vastomlijnde plannen willen maken, maar ideeen presenteren. Er kan volgens hun plannen 10 kilometer Nieuwe Rivier en 330 hectare riviernatuur ontstaan. Hoewel de oude Maasarm hoger gelegen is dan de Maas moet de rivier permanent stromend zijn.

Nevengeulen
Er zijn een aantal nevengeulen die vanuit de Nieuwe Rivier volstromen. Aan deze geulen zullen woningen gebouwd kunnen worden.

De kades
Ook is in het artikel in “de Volkskrant” door de ontwerpers de beschermende kade bij Ooijen genoemd, en beschreven als “een soort begroeide dijk in een open weidelandschap”. De aanleg van kades ter beveiliging tegen het hoge water heeft volgens de plannenmakers tot gevolg dat het probleem niet verdwijnt, maar opschuift. Als het aan hen ligt worden de kades ontmanteld. En men stelt dat de hele streek profiteert omdat natuurontwikkeling wordt gecombineerd met woningbouw op de hogere delen van het landsschap.

Er zijn geen dijken nodig
Gesteld wordt dat: "de Maas door een onbedijkt terrassenlandschap loopt en de nieuwe rivier aangelegd wordt in een bestaande natuurlijke laagte, er geen dijken nodig zijn en de Nieuwe Rivier zonder enig risico zijn vrije loop kan kiezen. Dat levert een uniek landschap op met een hoge belevingswaarde, ook al omdat visuele barrières in de vorm van dijken ontbreken".
Na de hoge waters van 1993 en 1995 zijn bij Broekhuizenvorst en Ooijen kades aangelegd. Door de bureaus wordt gesteld dat dit "een weinig duurzame ingreep is, al was het maar omdat nu de bewoners stroomopwaarts van Ooijen met hoge waterstanden te maken krijgen".

Structurele kaders
De oude Maasarm valt binnen het winterbed van de Maas. Daarin is geen bebouwing toegestaan. Ook valt het gebied grotendeels onder de Reconstructiewet, en een brede zone langs de Maas is "Waardevol Regionaal Landschap" en valt onder het beleid van "Ruimte voor de Rivier".
Een groot deel van het gebied heeft de bestemming Ecologische hoofdstructuur. De oude geul (areaal circa 330 hectare) is geheel aangewezen als extensiveringsgebied, met de nadruk op natuur, landschap en grondgebonden landbouw.
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg Zandmaas noemt als belangrijkste functies in het Maasdal: landbouw, milieu, natuur, delfstoffenwinning, berging en bewerking, transport en recreatie.

Woningbouw
Door de bureaus wordt gesteld dat, door de aanleg van de Nieuwe Rivier, de oude Maasarm weer een echt winterbed wordt, waardoor op hogere delen en op aan te leggen terpen, woningen kunnen worden gebouwd. Maar ook in de overstroomgebieden kan worden gebouwd. Gesproken wordt over:

Zoals hierboven ook al aangegeven, voorzien de plannen in de bouw van woningen: 710 permanente (waarvan 200 in Broekhuizenvorst en Meerlo, 150 in Wanssum, 50 woningen in de visstijgergehuchten, 3x20=60 hofboerderijwoningen, en 250 woningen op een terrasdorp), en 216 tijdelijke en verplaatsbare woningen in een recreatietuin, een te creëren eiland bij Ooijen.
Onder andere in Broekhuizen kunnen dorpsfronten aan de Nieuwe Rivier worden gebouwd.

Financiering
De totale kosten worden geraamd op € 59 miljoen. Deze moeten worden gedekt door de verkoop van bouwgrond (€ 29 miljoen) en overheidsbijdragen (€ 30 miljoen).

Commentaar
Hoewel de informatie op de site zo goed als mogelijk waardenvrij wordt weergegeven, kan de site ook dienen om discussies te entameren. Ik wil daarom over dit onderwerp een aantal persoonlijke opmerkingen maken.

Het plan is innovatief en gedurfd. Het biedt mogelijkheden om de gevolgen van het hoge water te bestrijden. En door het creëren van een nieuwe rivier kan een interessant landschappelijk beeld ontstaan. Maar het gaat voorbij aan de realiteit van de hoge waters van de vorige eeuw. Bovendien lijkt woningbouw in strijd met de bestemmingen van het gebied en zal dat ook leiden tot aantasting van het landschap.

De Maaswerken
Het plan is waarschijnlijk ontleend aan bij het plan voor de reactievering van de oude Maasarm, dat in het kader van de Maaswerken (als onderdeel van het Meerjarenplan Zandmaas II) door Gedeputeerde Staten van Limburg is vastgesteld. Het Meerjarenplan Zandmaas II behelst een gebiedsgerichte visie om met hulp van de zogenaamde Veermangelden ad. 35 miljoen euro projecten in de Zandmaas te realiseren. Hierbij komen natuurontwikkeling, veiligheid bij hoogwater, wonen, werken en recreatie aan bod. Medefinanciering vanuit de regio wordt daarbij als voorwaarde gesteld.
De bureaus geven daaraan een eigen invulling. Ingenieursbureaus zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Het plan dat men voor het gebied tussen Ooijen en Wanssum heeft ontwikkeld is weliswaar als als voorbeeld voor een nieuwe rivier uitgewerkt, maar men heeft natuurlijk belang bij realisatie. En dergelijke voorstellen kunnen een geheel eigen leven gaan leiden.

De plannen voor de Maaswerken zijn ontstaan na de hoge waters van 1993 en 1995.
in de regio Venlo is toen het samenwerkingsverband Maascorridor ontstaan, een samenwerkingsverband van gemeenten, natuurorganisaties, provincie en andere partijen in Noord-Limburg. Zij werken samen aan drie doelstellingen:

Door de provincie zijn daaraan dus ook wonen en werken toegevoegd (hoewel niet noodzakelijkerwijs voor de oude Maasarm).

Woningbouw
Er is gekeken naar combinaties van een Nieuwe Rivier met woningbouw. "Niet omdat woningbouw onlosmakelijk met Nieuwe Rivieren verbonden is, maar omdat het een krachtige financiële drager is, zo niet de krachtigste". Kortom: woningbouw dient ter financiering van de aanleg van de rivier en de daarbij behorende infrastructurele werken.
Maar nieuwe clusters van woningbouw in of nabij de oude Maasarm leiden tot aantasting van van het landelijke karakter van de streek. En bij de keuze voor drijvende woningen gaat men voorbij aan de kracht van het stromende water.
Door de bekende professor Priemus (hoogleraarTechnische Universiteit Delft) is tijdens de presentatie van "Bouwen aan Nieuwe Rivieren" opgemerkt: "Ontwikkeling in de uiterwaarden van bijvoorbeeld drijvende woningen ziet er op een rustige zomerdag liefelijk en verleidelijk uit. Maar als het water spookt en de storm raast, zijn zulke woningen nauwelijks bereikbaar en acht ik het wonen op het water niet van gevaar ontbloot".

Voor zover ik heb kunnen zien is het te creëren recreatie-woningen bij Ooijen gepland op een eiland- locatie ten zuiden van het Kasteel, waar Smals plannen heeft voor zandwinning.

Dijken worden niet nodig geacht
Men heeft blijkbaar niet gekeken naar de waterstromen bij de hoge waters van de vorige eeuw, of er geen lering uitgetrokken. Een ieder die de overstromingen toen heeft meegemaakt kan zich nog wel herinneren dat grote delen van Broekhuizen en Broekhuizenvorst en omringende landerijen (en gebieden verder naar het noorden) onder water stonden, en dat groter onheil is voorkomen door de aanleg van nooddijken. Ontmanteling van de nieuw aangelegde dijken zal tot resultaat hebben dat opnieuw dezelfde problemen optreden.
Bovendien moet worden bedacht dat de Maaswerken die stroomopwaarts worden uitgevoerd tot gevolg hebben dat het water in Broekhuizen 35 cm zal stijgen (informatie van de Grondmij in het kader van de zandwinning bij Ooijen). Ook de aangelegde dijken kunnen stroomopwaarts tot enige verhoging aanleiding geven, maar dat zal waarschijnlijk alleen zo zijn als het water tot aan de dijken staat. Door de aanleg zover mogelijk van de Maas af is er in feite al een groot overstroomgebied ontstaan. Het waterpeil zal dus permanent hoger worden!
Door de zand- en grindwinning zal het (hoge) water vanaf de Ooijenseweg weg kunnen stromen, en zal het waterpeil weer 35 cm kunnen dalen (Grondmij). Dus per saldo is het resultaat dan ongeveer nihil. Als de beschermende dijken worden ontmanteld, zal dat bij hoog water opnieuw en eerder tot overstromingen leiden. En dat zal ook zo zijn als geen maatregelen worden genomen om de Nieuwe Rivier voldoende in te perken. Grote delen van de dorpen en het land zullen dan opnieuw onder water komen te staan. Het water zal bovendien onder andere via een andere oude arm bij de Annadijk en de Zeelberg weer naar Broekhuizenvorst terugstromen.

Stromende Rivier
De oude Maasarm ligt hoger dan de Maas, bij de Ganzenkampstraat op ongeveer 14,50 meter boven NAP. Bij een waterstand van de Maas van 11 meter (april 2007) zal de oude Maasarm dus nog flink uitgegraven moeten worden om het water van de Maas daar door te laten stromen.

Nevengeulen
Wellicht is het hoogteverschil met sommige geulen (ook na afgraving) te groot om deze permanent van water te voorzien. Die geulen zullen dan dode armen zijn, die wellicht grotendeels droog zullen staan.

Structurele kaders
Door de bureaus wordt genoemd dat men men een halt wil toeroepen aan de verrommeling en leegloop van het platteland en dat er wordt gezocht naar nieuwe locaties voor delfstoffenwinning.
De plannen voor woningbouw in landelijk gebied lijken in strijd met de structurele kaders. Bovendien zal door nieuwe grotere en kleinere concentraties van woningen, recreatiewoningen en drijvende recreatiewoningen het landelijke karakter met akkerlanden, bossen en rivierlandschap verder verloren gaan, en de verrommeling alleen maar toenemen.

Financiële kaders
Hierbij kan worden opgemerkt dat de financiering van beschermende waterbouwkundige werken, zoals het verhogen van de zee- en rivierdijken, of het opspuiten van zand op de stranden, een taak is van de overheid. Waarom zou dat bij de bescherming tegen het Maaswater niet zo zijn?

Tenslotte
Het is van belang dat de inwoners kennis nemen van de plannen. Het zijn weliswaar voorbeeldplannen, maar er zal ongetwijfeld naar gestreefd worden deze op de een of andere manier te verwezenlijken. De reactivering van de oude Maasarm is in de planvorming opgenomen. Voor de zandwinning bij Ooijen is nog geen toestemming gegeven. Niet alleen de overheden, maar ook de inwoners zullen moeten bepalen welke plannen wel en welke niet gewenst zijn.

Theo Holleman                       april 2007

meer informatie: